Menu
Permanente ontharing
Een laser inschakelen om ongewenste haartjes weg te halen is wel wat duurder, intensiever en ingrijpender dan de gewone ontharingsmethodes.
Terwijl bij waxen en epileren de haartjes uit de wortel worden getrokken, pakt laserontharing de wortel zélf aan.
Een laser is eigenlijk licht met een bepaalde golflengte. Een hoge golflengte is effectief tegen rimpels of littekens, terwijl een lage golflengte kan helpen bij spataders. Een nóg lagere golflengte heeft invloed op je haar. De laserstraal werkt in op het melanine van de ongewenste haartjes: het pigment wordt verhit en werkt als warmtegeleider om door te dringen tot de haarwortel. Door de warmte wordt de wortel verschroeid, waardoor er dus geen haar meer uit kan groeien.
TIMING IS ALLES
Het is belangrijk om een laserontharing goed te plannen. Je haar moet namelijk in een groeifase zitten, want alleen dan is er pigmentvorming in het haartje. Ideaal gezien laat je 4-6 weken tussen de behandelingen, zodanig dat je haar telkens in een groeifase zit. Tussendoor mag je scheren of een ontharingscrème gebruiken, maar niet waxen of epileren. Het is ook aangeraden om tot 5 dagen voor het laseren geen zelfbruiner te smeren wegens de chemische stof. Of je de behandeling in de winter of de zomer laat uitvoeren, heeft geen invloed op het resultaat.
GEEN INSTANT EFFECT£
Hou er rekening mee dat een laserontharing geen onmiddellijk resultaat geeft: de haartjes vallen pas een tijdje na de laserbehandeling uit (reken hiervoor op zo’n twee weken). De kans bestaat ook dat de haartjes met beschadigde haarzakjes nog even terug groeien, maar daarna wel gewoon uitvallen.
Na zes tot acht behandelingen is dikwijls tachtig tot negentig procent van de haartjes weg. Het aantal behandelingen en het resultaat hangt altijd af van je haarkleur en -dikte, je huidtype en de zone die wordt behandeld.